GESCHIEDENIS VAN DE "WONDERDADIGE" MEDAILLE
De H. Maagd Maria verscheen in de nacht van 18 op 19 juli 1830 aan Zuster Catharina Labouré, Dochter van Liefde van St. Vincentius à Paulo. Twee uur lang heeft Maria daar met Catharina gesproken over een zending die God haar wilde toevertrouwen. De tweede verschijning vond plaats op 27 november 1830. De H. Maagd verschijnt geheel in het wit. In haar handen draagt zij een gouden bol met een kruis erop. Haar ogen ten hemel gericht, is het alsof Maria die wereldbol aan God opdraagt en er genaden over afsmeekt. Onmiddellijk wordt zij verhoord: aan haar vingers verschijnen ringen, bezet met allerlei schitterende edelstenen; hieruit schieten stralen die breder worden naarmate ze omlaag vallen.
Terwijl Maria omgeven is door een helder licht, verdwijnt de bol uit haar handen. Zij ziet dan vervolgens neer op Catharina, spreidt haar handen uit en, nu staande op een wereldbol, overdekt zij deze met die stralen en zegt: "Dit is het symbool van de genaden die Ik geef aan hen, die er mij om vragen".
Dan vormt zich een ovale omlijsting rondom de H. Maagd met aan de rand deze woorden in goud: "0 Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen".
Daarna geeft Maria haar de opdracht: "Laat een medaille slaan volgens dit model. Allen die ze dragen, zullen grote genaden ontvangen, vooral als zij ze om de hals dragen. Voor hen die ze met vertrouwen dragen, zullen de genaden overvloedig zijn."
Het geheel keert zich nu om, en Catharina ziet de achterkant van de medaille: de letter M, waarboven een kruis, en daaronder de twee harten van Jezus en Maria. Het geheel is omgeven door twaalf sterren. De oorspronkelijke naam is: Medaille van Maria's Onbevlekte Ontvangenis, maar door de vele gebedsverhoringen, bekeringen en genezingen, verkregen door degenen die ze droegen als teken van hun verering voor Maria Onbevlekt Ontvangen, noemt men nu deze medaille: de Wonderdadige Medaille. Het dragen van de medaille met het gebed "O Maria zonder zonden ontvangen ...", heeft er veel toe bijgedragen, dat de verering van Maria's Onbevlekte Ontvangenis tot grote bloei kwam en dat de dogma-verklaring in 1854 door heel de Kerk verlangd werd.
Vier jaar later kwam Maria deze geloofswaarheid nog bevestigen te Lourdes in een verschijning aan Bernadette met de woorden: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis." Bernadette begreep deze woorden aanvankelijk niet.
Uitleg van de tekens op de medaille
Maria staat op een wereldbol, wil zeggen: Zij wil alle mensen helpen. Zij staat met Haar voet op de slang: Zij zal de kop verpletteren van Satan; Zij overwint de duivel, zoals in de bijbel voorzegd was bij de eerste zondeval (Gen. 3, 15).
Rondom de medaille staan de letters van het gebed: "O Maria zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot U nemen".
Aan de andere kant van de medaille staat het Kruis in de letter M: Jezus is uit Maria geboren. Maria stond onder het Kruis. Zij heeft met Jezus meegeleden en daardoor ons mede verlost.
Eronder staan twee Harten: het doorstoken Hart van Jezus (Joh. 19: 34, 37), omkranst met doornen, de pijn door onze zonden Hem aangedaan. Maria's Hart is met een zwaard doorboord, zoals door Simeon voorzegd.
De twaalf sterren er omheen verwijzen naar Maria: "Een groot teken verscheen aan de hemel: een vrouw bekleed met de zon, de maan aan haar voeten en een krans van twaalf sterren om haar hoofd" (Opb.: Joh. 12,1).
Met deze tekst wordt ook de Kerk bedoeld, en verwijzen deze sterren naar de twaalf apostelen, de fundamenten van de Kerk, waarvan Maria de Moeder, en Christus het Hoofd is. De Kerk verkondigt deze Blijde Boodschap van verlossing aan de hele wereld.
Een waar gebeurd verhaal
Peter en Sue hebben een groot gezin met elf kinderen. Om het hele 'koor' te vervoeren, kochten ze een bus met 22 zitplaatsen. Wanneer paus Benedictus XVI in 2008 Australië bezoekt, staat Peter met de kleine Claire, amper een paar maanden oud, hoog in de lucht langs de kant van de weg. Christus' plaatsbekleder laat, als hij het kleine meisje ziet, de pausmobiel stoppen, opent het raam, buigt voorover, en kust en zegent haar. Maar baby'tjes worden peuters. "Als je zoveel kleine kinderen hebt, valt het niet altijd mee ze allemaal tegelijk in de gaten te houden." En zo gebeurt op 15 februari van 2011 waar Peter altijd al zo bang voor was. "Ik sta, ik zie het zo weer voor me, het was dinsdagmiddag half zes, in de lange rij voor de benzinepomp. Je kent dat wel, drie meter rijden en stoppen. Om de tijd te doden ben ik even de bus uitgestapt en zodra de rij weer een auto doorschuift, duik ik achter het stuur en rijd. Plots hoor ik een enorme schreeuw, wild klappen op de bus, er is paniek. Ik kijk om mij heen, waar is Claire? Buiten zie ik meteen hoe laat het is. Claire ligt stil onder de achterwielen van mijn vierduizend kilo zware bus. '0 mijn God, wat heb ik gedaan, ik heb haar gedood.' Ik spring achter het stuur en rol de wagen van haar af. In de helikopter wordt Claire aan het zuurstof gelegd, terwijl wij de rozenkrans bidden. Ik had Sue gebeld, onderweg naar het ziekenhuis belde zij de anderen: "Bid voor Claire, zolang zij leeft, is er nog niets verloren!" De kinderen belden vrienden en kennissen. Een keten van gebed volgde zowaar over de hele wereld, van de zusters van Moeder Teresa in Sydney tot monniken in Frankrijk en priesters in Rome. In het ziekenhuis sluit een dominee zich bij ons aan in het rozenkransgebed."
Claire, die bij kennis is, wordt onderzocht. Hoewel bandensporen getuigen van hoe de bus bovenop het meisje stond, worden er geen blijvende letsels gevonden. Sue en Peter weten het zeker: Moeder Maria heeft hun dochtertje gered. Een uur voor het ongeval had Sue bij claire de wonderdadige medaille omgehangen. (bron: Katholiek Nieuwsblad 25-11-2011)