HET SACRAMENT VAN VERGEVING
IN DE BIECHT
God is de Allerheiligste der Heilige der heiligen. Hij is ook onze Hemelse Vader Die wil dat wij streven naar heiligheid, omdat wij Zijn kinderen zijn: ons lichaam is uit het stof der aarde, maar de onzichtbare ziel - dat we leven en wie we in wezen zijn - is echter uit God geboren en is daarom ook onsterfelijk.
Het bestaan van God is een logische waarheid. Zonder God zou er immers niets bestaan (Joh.1,3-4).
De mens heeft van God een vrije wil gekregen, niet alleen om onszelf op aarde te kunnen vermaken, maar vooral te kiezen voor God, en daarbij Zijn Wil te volbrengen. Als wij dat laatste ook doen, zullen wij het eeuwig leven en geluk verwerven dat Hij voor ons bereid heeft. Door o.a. de aardse verleidingen en onze driften doen wij soms dingen die niet overeenkomen met Gods wil en geboden.
Zware zonden belasten de mens, en blijven aan hem knagen. Daarom heeft Jezus aan Zijn leerlingen de belofte van vergeving van onze zonden beloofd (Joh.20,23). Zij hebben die belofte ook weer aan hun opvolgers doorgegeven. God is steeds barmhartig voor hen die hun zonden oprecht bekennen en betreuren. Door ze te belijden in de Biecht worden zelfs de zwaarste zonden geheel vergeven. God is ons barmhartig tot aan het einde van ons leven.
Onderstaand ziet u de gebruikelijke wijze hoe men goed kan biechten.
Priesters houden zich aan het biechtgeheim. Volgens het kerkelijk recht is dat verplicht.
Gebed vóór het biechten (in de kerkbank)
Goede Jezus, groot is Uw barmhartigheid voor hen die hun fouten erkennen en ze oprecht betreuren. Ook ik heb spijt over mijn zonden en wil ze vandaag in Uw aanwezigheid belijden bij de priester in een persoonlijke biecht. Heer Jezus, sta mij bij en help mij, met de hulp van Uw genade, goed te biechten.
Akte van berouw (wordt ook in de biechtstoel gebeden op verzoek van de priester)
Barmhartige God, ik heb spijt over al mijn zonden, omdat ik Uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ik U, mijn grootste Weldoener en het hoogste Goed, heb beledigd. Ik verfoei al mijn zonden en beloof, met de hulp van Uw genade, mijn leven te beteren en niet meer te zondigen. Heer, wees mij, zondaar, genadig.
Als u aan de beurt bent
Kniel neer voor het scheidingsrooster in de biechtstoel en zeg dan:
Ik beleid mijn schuld voor de Almachtige God en voor u, vader, dat ik gezondigd heb ..... (noem hierna de begane zonde(n).
Hierna houdt de priester een kort preekje en vraagt aan de biechteling de 'akte van berouw' uit te spreken (zie hierboven). Hij geeft ook een penitentie (opdracht) als boetedoening voor de begane zonde(n). Als laatste spreekt de priester de vergeving met zegen uit en wenst de biechteling bv.: ik wens u/je een Zalige Communie. De biechteling dankt de priester hiervoor, en verlaat de biechtstoel.
Indien mogelijk, moeten gemaakte fouten t.o.v. de medemens hersteld worden.
Gebed na de biecht (terug in de kerkbank)
Heer Jezus Christus, Gij hebt tegen Uw leerlingen gezegd: "Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven". Door Uw priesters vergeeft Gij met liefde steeds weer allen die zich in het sacrament van de Biecht willen bevrijden van de last van hun zonden.
Heilige Geest, verlicht mijn verstand opdat ik altijd mijn onvolmaaktheden moge inzien, zodat ik mijn leven steeds verder zal kunnen te verbeteren.
Heer Jezus, ik dank u heel bijzonder voor Uw vergeving in dit heilig sacrament. Blijmoedig kan ik verder gaan U te volgen. Helpt U mij te groeien naar de heiligheid die ik bereiken kan. Amen.